Voor haar tweede album ‘En attendant Nico’ keert Mélanie Isaac terug naar de eenvoud waarmee ze voor het eerst haar stempel drukte. Het is een terugkeer naar de essentie, waar de liedjes, de stem en de teksten de boventoon voeren, met een verhalende kracht die autobiografisch is. De in de Ardennen geboren zangeres geeft nooit toe aan de verleiding van de gemakkelijke uitweg, en geeft de voorkeur aan de hardheid van piano-drums-gitaar waar stem en melodie koning zijn.
‘En attendant Nico’ is het dagboek van een vrouw wier gevoeligheid botst met een maatschappij op zoek naar betekenis (Elle cherche le A), die de sirenen van de tijd verwerpt (Le camp et la couleur), en poetische bewijzen verkiest boven geprefabriceerd discours (Le sublime ordinaire). Mélanie Isaac lijkt zich verzoend te hebben met haar verleden en is klaar om haar geesten onder ogen te zien, maar ze ontlokt onze gekneusde zielen een uitweg, die onmiddellijk toegankelijk is. Wat is er veranderd? Misschien de geboorte van haar dochter, die ze in zich droeg tijdens de opnames en die haar naam gaf aan het gelijknamige nummer op dit tweede album.