Over
Camille Saint-Saëns schreef zijn Tweede pianoconcerto in nauwelijks drie weken tijd op vraag van Anton Rubinstein. De première, waarbij Saint-Saëns zelf de pianopartij speelde, liep echter grandioos in het honderd doordat hij niet genoeg tijd had gehad om naast het componeren ook nog het concerto in te studeren. Vandaag is dit werk met afstand het beroemdste van de vijf pianoconcerti die Saint-Saëns componeerde.
Ofschoon de befaamde ‘Wiener Walz’ pas aan het begin van de 19de eeuw het levenslicht zag, gebruikte Richard Strauss in het tweede en derde bedrijf van Der Rosenkavalier heel wat walsmuziek. Critici waren hoogst ontevreden met dit anachronisme, maar het publiek kon Strauss’ muziek zozeer smaken dat de orkestrale hoogtepunten al snel werden gebundeld in een betoverende suite.