Over
Mahlers eerste liedcyclus, de Lieder eines fahrenden Gesellen, ontstond tussen 1883 en 1885. In die periode werd de nog jonge componist hartstochtelijk verliefd op de sopraan Johanna Richter. Zij zag hem niet staan en uit Mahlers teleurstellingen, frustraties en lijden werd de liedcyclus geboren.
In de woelige jaren van de Grote Zuivering – een grootschalige campagne van vervolgingen in de Sovjet-Unie – schreef Sjostakovitsj zijn Vijfde symfonie. De autoriteiten interpreteerden het werk met zijn extatische finale als het verhaal van een Sovjetheld wiens persoonlijkheid door verschillende crisissen werd gevormd om dan in de finale te overwinnen en optimistisch in de toekomst te blikken. Anderen hoorden in de vierdelige symfonie dan weer een verborgen kritiek op het regime.