In 1978, drie jaar na het begin van de burgeroorlog in Libanon en terwijl het Israëlische leger het zuiden had binnengevallen, keerde Jocelyne Saab terug naar haar land als een "reiziger die op een al rijdende bus was gesprongen". In de vorm van een brief aan haar vrienden in het buitenland, verkent ze de stad met haar camera. De straten, de cafés, de musea en de vele controleposten die ze moet passeren, roepen soms herinneringen en beelden op die in haar geheugen zijn gegrift. De voice-over, geschreven door dichteres Etel Adnan en ingesproken door Jocelyne Saab, vat in enkele woorden de tijdgeest. Maar het is aan boord van een bus die een mobiele studio is geworden dat ze de gemoedstoestand van de Beiroeters, vluchtelingen of soldaten vastlegt. Vervolgens gaat ze naar Zuid-Libanon, in het kielzog van degenen die zijn gevlucht en terugkeren. In "Brief uit Beiroet" maakt Jocelyne Saab een echte kroniek van dit "toevluchtsoord, dat een land van vluchtelingen is geworden".