Een ontsnapping van Patrick Leboutte, film- en fietshistoricus met een korte Tatiaanse proloog.
Cinematografie
en de eerste wielerwedstrijden zijn tijdgenoten: nieuwe
transportmiddelen. Dit is geen toeval, want beide kunsten worden
beheerst door dezelfde wet van Joule: elk lichaam in beweging genereert
energie, die op zijn beurt de machine aandrijft. Dit is het principe van
fietsen en dat is ook het principe van film. In beide gevallen is het
een kwestie van leven in de mechaniek te brengen.
Ik begreep de betekenis van buiten beeld op 13 juli 1975 toen Eddy
Merckx van mijn televisiescherm verdween. De Franse cameraman besloot
een klimmer uit Bourgondië te volgen die hem op dat moment in de Alpen
voorbij koerste. Geen beelden meer van Eddy, geen nieuws meer over hem:
was hij in het ravijn gevallen? Die dag hebben 9 miljoen Belgen er zich
een hele film bij ingebeeld.
Ik kan niets bedenken dat Rosselliniaanser is dan een
wieleruitzending, want wat me raakt in een wedstrijd is ook wat me raakt
in een geweldige film: de reis, het doorkruisen van ruimte met allerlei
voorvallen, de ontwikkeling, de confrontatie met de realiteit, wanneer
tussen het begin en het einde alles van plaats veranderd is.
Twee jaar geleden verklaarde de CEO van een grote bank dat een
"fietser een ramp is voor de economie", want die koopt geen auto of
brandstof: "Een gezond persoon is nuttig noch noodzakelijk voor de
markt". Een beetje zoals het trouwe publiek van Nova. Twee redenen te
meer om van cinema en fietsen te houden.
→ Patrick Leboutte,
docent aan het Insas, reizend recensent
Luc Moullet, 1993, FR, DCP,
ov eng ond, 84’
Elk
jaar beklimmen 200 amateurwielrenners de Col de Parpaillon. Er zijn de
echte sporters, de loltrappers en de workaholics, degenen die de race
gewoon doen om eens te zien wat het is en degenen die het doen om gezien
te worden, zoals het plaatselijke parlementslid of de tv-presentator.
Terwijl sommigen vals spelen, worden anderen verliefd en stoppen langs
de kant van de weg om van oesters te genieten of te debatteren over de
evolutie van de financiële markten. Voor Luc Moullet, zelf in het
peloton en zich ervan bewust dat het maken van films altijd betekent dat
je je borst nat moet maken, is deze beklimming in de eerste plaats een
voorwendsel voor sociale satire, zoals wel vaker het geval is bij hem.
Hoewel zijn film alle kenmerken heeft van een waargebeurde documentaire,
plaatst de burleske benadering van lichamen in beweging hem duidelijk
aan de kant van Jacques Tati, van wie Moullet volgens mij de enige
erfgenaam was. (Patrick Leboutte)