Agenda: Evenementen in Leuven, Vlaams-Brabant

Agenda met evenementen

FILTRES
Filteren op typen
ALLE
Concert
Theater / Spektakel
Tentoonstelling
Evenement voor kinderen
Lezing / Debat
Vertellingen / Literatuur
Film
Uitstap / Ontdekking / Patrimonium
Stage / Cursus
Fuif
Diverse Activiteiten
Salon / Beurs
Markt en Rommelmarkt
Feest of Folklore
Sportevenement
Virtueel evenement
Varia
Filteren op indicatoren
Speciaal voor kinderen
Speciale gezinnen
Speciale studenten
Article 27
Toegang voor mensen met beperkte mobiliteit
Doven en slechthorenden
Filteren
CALENDRIER
Agenda
61 evenement(en) gevonden (51 tot 100)

De ‘functionele’ kunst van de herdersvolkeren van de Omo-vallei

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée royal de l'Afrique centrale
Tervuren - Brabant Flamand
De dorre laagvlakten langsheen de benedenloop van de Omo-rivier in het zuidwesten van Ethiopië worden bewoond door verschillende volkeren die Nilotische, Koesjitische, Surmische en Omotische talen spreken. Hun materiële cultuur is in menig opzicht opmerkelijk te noemen. De aard en vormgeving ervan is sterk bepaald door de levenswijze van de Omo-volkeren. Deze wordt rijk geïllustreerd aan de hand van de collectie etnografische objecten die het KMMA bezit uit deze regio. Door de intense onderlinge contacten en de gedeelde passie voor vee hebben de diverse herdersvolkeren in de Omo-vallei heel wat kenmerken gemeen. Ze kweken vooral runderen, schapen en geiten. Het vee is niet alleen een belangrijke voedingsbron om het voortbestaan van de groep in moeilijke tijden te verzekeren, het is ook een betaalmiddel om bepaalde rechten te verwerven. Het basispakket van de bruidsschat bijvoorbeeld bestaat uit vee. Veebezit bepaalt in grote mate de sociale status. De Omo-vallei wordt regelmatig geteisterd door lange periodes van droogte. De wisselvalligheden van de natuur nopen de herdersvolkeren regelmatig tot migraties in functie van de overlevingskansen van hun vee – en dus van zichzelf. Waar mogelijk wordt ook aan landbouw gedaan. De beoogde diversificatie van voedingsbronnen maakt een essentieel deel uit van de overlevingsstrategie. In semi-nomadische maatschappijen is vanuit functioneel oogpunt geen ruimte voor omvangrijke en zware voorwerpen. Het volledige huisraad van een gezin moet door één of twee lastdieren vervoerd kunnen worden. Die beperking op hun materiële cultuur betekent echter niet dat de Omo-volkeren hun voornaamste voorwerpen zouden verwaarlozen of minachten. Integendeel, elk voorwerp wordt met de meeste zorg vervaardigd en in die optiek kunnen we spreken van een ‘functionele’ kunst. Veel aandacht wordt besteed aan het lichaam dat het voornaamste middel is voor de uitdrukking van identiteit. Aan de hand van de haartooi, de kledij en lichaamsversieringen wordt de identiteit van individuen visueel kenbaar gemaakt.

De fotocollectie van Henry Morton Stanley

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée royal de l'Afrique centrale
Tervuren - Brabant Flamand
Vierhonderd foto’s mag weinig lijken in verhouding tot het hele Stanley-archief dat liefst 7.000 items telt. Toch zijn de foto’s een heel nauwkeurige illustratie van het leven van Stanley, van zijn Afrikareizen en van zijn sociale contacten. Tussen 2000 en 2004 kocht de Koning Boudewijnstichting de meeste foto’s. Het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika bewaart en beheert de volledige collectie. Het formaat van de foto’s varieert van postkaarten en standaardafmetingen tot stereoscopische beelden. Stanley zelf maakte er een aantal tijdens zijn reizen. Zijn gezin, vooral zijn vrouw Dorothy, nam foto’s op meer vertrouwde locaties. Ander beeldmateriaal is afkomstig uit bekende studio’s. De collectie bevat ook foto’s die Stanley kreeg van vrienden, reisgenoten, politici, leden van de ‘beau monde’ en dergelijke meer. Er zitten verschillende thema’s in de collectie verweven. De foto’s van de Afrikareizen laten onder meer koning Mutesa van Oeganda zien, de verkenners van Stanley, de bemanning van de Lady Alice, de oevers van het Tanganyikameer en van de Congorivier en de Wagenia-visserijen. Ze geven een beeld van diverse missies en factorijen die in handen waren van Europeanen en er zitten ook portretten bij van latere reizigers, gemaakt op de kust van Cabinda na hun doortocht door het Afrikaanse continent. Het fotomateriaal van Stanley toont ook de ontwikkeling van het medium. Foto’s nemen in 1874 in Afrika was geen sinecure. De belichtingstijden waren erg lang, je moest uiterst fragiele glasplaten gebruiken en de kans om materiaal te verliezen of te beschadigen was groot door de risicovolle tochten en de slechte weersomstandigheden. Pas op het einde van zijn leven gebruikte Stanley een automatisch toestel. Hij gebruikte zijn opnames ook als lantaarnplaatjes, de voorlopers van onze moderne dia’s, ter illustratie van zijn talloze lezingen over de hele wereld. Tijdens die lezingen bleek hoe handig Stanley met het medium overweg kon.

Het oeuvre van de schilder Léon Dardenne

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée royal de l'Afrique centrale
Tervuren - Brabant Flamand
Tussen 1898 en 1900 nam de schilder Léon Dardenne (1865-1912) deel aan een wetenschappelijke zending naar Katanga, die geleid werd door Charles Lemaire. Zijn taak bestond er in grafisch en beschrijvend documentatiemateriaal aan te maken. Hoewel dit bovenal op een objectieve manier moest gebeuren, kwam zijn temperament hierbij toch naar boven. Zijn vakkennis en zijn werken vulden die van fotograaf François Michel (1855-1932) aan. Het merendeel van de werken die tijdens deze expeditie door Léon Dardenne werden verwezenlijkt, wordt bewaard in het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika. Het gaat om voorstellingen van fauna, flora, landschappen, dorpen, scènes uit het sociale leven en portretten. De in een album samengebrachte botanische en zoölogische prenten worden gewaardeerd voor hun wetenschappelijke nauwkeurigheid. De verzameling omvat ook karikaturen, gepubliceerd in het tijdschrift Le Petit Bleu, en satirische tekeningen over de exploitatie van de natuurlijke rijkdommen, die dateren van na de Katanga-expeditie. De kunstenaar verdedigt er de Onafhankelijke Congostaat in het kader van de internationale campagne tegen de gewelddadige rubberexploitatie. De belangstelling van Dardenne voor socioculturele aspecten schemert door in zijn iconografie, maar is vooral duidelijk in de door zijn familie bewaarde aantekeningen. In weerwil van de typische vooroordelen van zijn tijd toont hij eerbied voor de gebruiken en voor de solidariteit, en interesseert hij zich voor dansen en lokale technieken. Hij portretteerde de dignitarissen van Katanga en illustreerde de mnemonische optredens van het Mbudye-genootschap. Uit zijn schilderijen blijkt dat hij moeite had met de beheersing van het felle licht in de door hem bezochte regio’s. Zijn landschappen transformeren zich op het ritme van de seizoenen. Het regenseizoen wordt overheerst door het groen van de vegetatie, terwijl het droge seizoen zich kenmerkt door blekere tinten. Bij de lokale gemeenschappen wekte zijn werk zowel fascinatie als wantrouwen op.

Trommels uit sub-saharisch Afrika

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée royal de l'Afrique centrale
Tervuren - Brabant Flamand
Het Koninklijk Museum voor Midden Afrika bezit een rijke collectie van meer dan 8.000 muziekinstrumenten, waarvan 85% afkomstig is uit Congo. Samen met de duimpiano is de veltrommel wellicht het meest karakteristieke muziekinstrument in Afrika ten zuiden van de Sahara. De veltrommel vormt als het ware het hart van het samenspel bij de muzikale begeleiding van rituelen en ceremonieën, alsook van dansperformances die meer op ontspanning zijn gericht. Dit instrument is dus absoluut onmisbaar in de muziek- en danscultuur van subsaharaans Afrika. In de instrumentenkunde worden veltrommels op basis van hun vorm in verschillende categorieën ingedeeld. Een trommel kan open of gesloten zijn, enkel- of dubbelvellig. Men onderscheidt cilindrische, bekervormige, vatvormige, zandlopervormige en conische trommels. De meest voorkomende trommelvorm in subsaharaans Afrika is de cilindrische trommel. De collectie veltrommels van het KMMA is de meest uitgebreide ter wereld voor wat betreft Midden-Afrika en geldt daarom als een belangrijke referentie voor onderzoek. Recent werd de collectie als basis en vertrekpunt genomen voor een kritische evaluatie van de geldende classificatie van muziekinstrumenten. Dit gebeurde in het kader van het Europese project Musical Instrument Museums Online (MIMO), dat de ontsluiting van de collecties van 11 musea als doel heeft. Twee nieuwe types cilindrische trommels werden toegevoegd aan de internationaal erkende classificatie van Von Hornbostel en Sachs. De vaasvormige yolo-trommel van bij de Kuba uit Congo en de cilindrisch-conische entenga-trommel uit Burundi staan voortaan duidelijk gemarkeerd op de wereldkaart van muziekinstrumenten. De ontsluiting van de collectie muziekinstrumenten van het KMMA is dus geen afgesloten verhaal maar tot op vandaag worden nog nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen gedaan.

De foto’s van Herzekiah-Andrew Shanu

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée royal de l'Afrique centrale
Tervuren - Brabant Flamand
De uit Nigeria afkomstige Herzekiah-Andrew Shanu (1858-1905) volgde een lerarenopleiding aan de Church Missionary Society en gaf enkele jaren les in de lagere school van Lagos. In 1884 trad hij in dienst bij de Association Internationale du Congo, waar hij negen jaar op de administratie werkte. Hij beëindigde zijn loopbaan ten dienste van de Onafhankelijke Congostaat als onderdistrictscommissaris in Boma. Shanu was in alle opzichten een bijzonder man, maar hij staat vooral bekend om zijn foto’s die een episode vertellen uit de geschiedenis van Onafhankelijke Congostaat. In 1893 zei hij de administratie vaarwel om zich toe te leggen op zijn eigen zaak. Het ging hem al snel voor de wind dankzij activiteiten zoals hoteluitbating, fotografie, verkoop van voedingsmiddelen, confectie en wasserij. Shanu reisde ook naar Europa en bezocht België, Frankrijk, Duitsland en Engeland, wat in die tijd uitzonderlijk was voor een Afrikaan. In 1894 bezocht hij naar alle waarschijnlijkheid de Wereldtentoonstelling van Antwerpen. Hij ontving ook een uitnodiging van de Société belge d’études coloniales en gaf enkele lezingen in Brussel, voor de Cercle royal africain, en ook in Tienen. Tijdens zijn verblijf in België maakte hij kennis met luitenant Charles Lemaire. Later, in Congo, ontmoetten beide mannen elkaar opnieuw. De notities van Lemaire verhalen de ontboezemingen en indrukken van Shanu die, in de ogen van Lemaire, een “intiem contact had met de mensen van zijn ras”. Tijdens de anti-Leopoldcampagne van Edmund D. Morel en de Congo Reform Association kwam Shanu in contact met Morel en bezorgde hem informatie, onder meer over aan de gang zijnde processen. Door zijn betrokkenheid in deze zaak werd Shanu uitgestoten uit de Europese gemeenschap van Boma. Dit leidde tot het faillissement van zijn handelsactiviteiten en allicht ook tot zijn zelfdoding in september 1905. Het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika bewaart een zestigtal aan Shanu toegeschreven foto’s onder de vorm van glasplaten en clichés.

De voorwerpen van de mukanda-initiatie

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée royal de l'Afrique centrale
Tervuren - Brabant Flamand
Het oude mannelijke initiatieritueel mukanda kent een grote geografische verspreiding. Oorspronkelijk bestond dit gebruik vooral voor kinderen of jonge adolescenten van 9 tot 15 jaar. In het kader van de mukanda werden tal van objecten vervaardigd, soms door de besnedenen zelf. De enkele hier voorgestelde werken geven een idee van de uitgebreide etnografische collectie die het KMMA bezit over dit boeiende onderwerp. De van hun ouders afgezonderde adolescenten werden besneden door een man die bedreven was in deze operatie. Ze vertoefden verschillende maanden, soms zelfs jaren, in een kamp in de wildernis. Tijdens deze harde afzonderingsperiode leerden ze een weerstand op te bouwen en de regels van de dorpsgemeenschap te eerbiedigen. Ze werden ingewijd in de mythes, in allerhande ambachten en in de jacht, en ze leerden ook op gepaste wijze om te gaan met vrouwen. Wanneer de mukanda ten einde liep, waren de geïnitieerden niet langer kinderen maar mannen in staat actief deel te nemen aan het gemeenschapsleven. Tussen de voorwerpen van het mukanda -ritueel bevinden zich maskers die, afhankelijk van model en cultuur, konden gedragen worden door de besnedenen zelf, of ook door bepaalde dignitarissen, verantwoordelijk voor het kamp en voor de jongeren. Beeldjes met magische krachten beschermden de besnedenen terwijl andere, door hun symboliek, eerder een didactische rol vervulden. De mukanda kende een grote verspreiding. Dit ritueel is of was gangbaar in heel het zuiden van de DR Congo (provincies Katanga, West-Kasaï en Bandundu), het noordoosten van Angola (met name in de provincies Noord- en Zuid-Luanda, Malanje en Uige), en in het noorden van Zambia (in de noordwestelijke provincie). De Lunda- en de Chokwe-bevolkingsgroepen droegen het meeste bij tot de verspreiding ervan.

De foto’s van de expeditie van Charles Lemaire

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée royal de l'Afrique centrale
Tervuren - Brabant Flamand
François Michel (1855-1932) reisde als fotograaf en taxidermist mee op de expeditie van de militair Charles Lemaire. Onderweg stond hij in voor het maken van de expeditiefoto’s en de aanleg van een natuurhistorische collectie. Michel trok samen met Lemaire, karavaanleider Justin Maffei, kunstschilder Léon Dardenne en de geologen Jean De Windt en William Caisley tussen april 1898 en september 1900 van de Afrikaanse oostkust, over Moliro tot aan het Dilolo-meer. De terugreis via de Congo-rivier eindigde na 6600 km aan de westkust van Afrika. Naast enkele Europeanen, bestond de expeditie uit honderden Afrikanen die waren aangeworven als boy, wasvrouw, drager of soldaat. De Europese leden van de missie moesten verschillende taken vervullen. Zo werd de expeditie onder andere aangewend om tentoonstellingsmateriaal te verzamelen voor het Congomuseum in Tervuren. Deze nieuwe permanente instelling zou op 15 mei 1898 haar deuren openen, na de tijdelijke tentoonstelling in het kader van de expo Brussel-Tervuren 1897. Typerend voor de eerste expedities in dienst van het museum was dat de meest uiteenlopende zaken werd verzameld: etnografische objecten, prehistorische gebruiksvoorwerpen, natuurhistorische specimens, geologische stalen, enzovoort. Bij gebrek aan scholing bij de deelnemers aan de expeditie werd er echter weinig achtergrondinformatie over de stukken opgetekend. Naast de wetenschappelijke objectieven had de missie ook duidelijk politieke doeleinden. Lemaire diende kaarten op te stellen van de regio die zich op de grens bevond tussen de Onafhankelijke Congostaat en het Brits koloniaal gebied. De expeditie moest ook leiden tot de militaire onderdrukking van een lokale opstand, waarbij slachtoffers vielen aan beide zijden. Deelname aan een expeditie was een risicovolle onderneming. Jean De Windt en William Caisley verdronken en Maffei werd ziek gerepatrieerd. De meeste slachtoffers vielen echter onder de dragers die door de harde levensomstandigheden in de karavaan stierven door uitputting en ontbering.

Op zoek naar traditionele muziek in Congo en in Rwanda in de jaren 1970

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée royal de l'Afrique centrale
Tervuren - Brabant Flamand
In 1966 kreeg de etnomusicologie als wetenschap een vaste plaats in het museum. De opdracht van de afdeling was de traditionele muziek, en de bijhorende muziekinstrumenten en dansen, te registreren, te beschrijven, te analyseren en onder de vorm van allerlei publicaties aan een breed publiek voor te stellen. Het fotoarchief van de afdeling laat zien hoe tijdens diverse wetenschappelijke zendingen dit doel werd nagestreefd. Dankzij de institutionele samenwerking met het Institut National de Recherche Scientifique (INRS) van Butare werd van 1973 tot 1985 onderzoek verricht naar de Rwandese muziek- en danscultuur. Dit resulteerde in een belangrijke collectie klank- en beeldopnamen, die een overzicht biedt van het hele gamma aan muziekuitingen uit die periode in Rwanda. In de jaren 1970 leidde een samenwerkingsakkoord met het toenmalige Zaïre tot de oprichting van het Institut des Musées Nationaux du Zaïre (IMNZ). Hierdoor kon musicologisch onderzoek worden gestart in de provincies Shaba (Katanga) en Kasai. Eerst kwam de Luba-muziek aan bod, met vooral aandacht voor de muziekinstrumenten en de liederen die het sociale en religieuze leven kenmerkten. Vervolgens kon met de steun van de Lunda-keizer, de Mwaant Yaav, een gelijkaardig onderzoek worden gevoerd bij de Lunda, waar de muziek werd opgenomen die hoorde bij diverse rituelen en gebruiken. Ook bij de Salampasu tenslotte werden dansen en muziekensembles geregistreerd waarvan het bestaan tot dan toe ongekend was. Muzikanten en dansers werkten graag mee en waren overal erg opgezet met de belangstelling voor hun muziek. De geluidsopnames en de bijhorende foto’s en archieven vormen een onschatbare bron van informatie over de traditionele muziek van Centraal-Afrika. Bovendien werd de collectie audio-opnames intussen volledig gedigitaliseerd!

De beeldhouwkunst van de Ovimbundu

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée royal de l'Afrique centrale
Tervuren - Brabant Flamand
De Ovimbundu zijn een belangrijke Angolese bevolkingsgroep in de huidige provincie Benguela. De kunst van deze cultuur is niet goed gekend bij het grote publiek en het aantal Ovimbundu-werken is betrekkelijk schaars. Niettemin bezit het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA) een van de voortreffelijkste Ovimbundu-verzamelingen. De aanwezigheid van deze collectie in een museum dat oorspronkelijk gewijd was aan wat we nu de DR Congo noemen, is grotendeels te danken aan Robert Verly. Kunstschilder Robert Verly (1901-1963) maakte aanvankelijk deel uit van de Commissie voor de Bescherming van de Inlandse Kunsten en Ambachten (COPAMI). In de jaren 1940 werd hij door de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis van Brussel (KMKG), belast met een etnografische zending in Angola. Tijdens deze zending verzamelde hij de Ovimbundu-beeldjes waarvan er hier enkele worden voorgesteld. De objecten werden eerst ingeschreven in de KMKG, voor hun overbrenging naar het KMMA tussen 1967 en 1979. Robert Verly verzamelde uitgebreide informatie over het geestelijke en materiële leven van de Ovimbundu en de Kimbundu. De voortijdige dood van de onderzoeker verhinderde de publicatie van het merendeel van zijn werken en onderzoek.. De selectie van voorgestelde objecten maakt het mogelijk om, aan de hand van door Robert Verly of door andere onderzoekers verzamelde gegevens, inzicht te verkrijgen in bepaalde aspecten van het religieuze, sociale en politieke leven van de Ovimbundu. We treffen enerzijds bijzonder fijn gesculpteerde mannelijke en vrouwelijke beeldjes aan, anderzijds enkele cefalomorfe knotsen en tenslotte andere voorwerpen zoals pijpen. Algemeen genomen kunnen deze objecten op basis van hun functie in vier grote categorieën worden ondergebracht. Bepaalde voorwerpen zijn verbonden met de soma (de chef of heerser), andere met activiteiten van de ocimbanda (de waarzegger), en enkele, met een vaak erg grove plastiek, zijn gekoppeld aan jachtrituelen. Tenslotte is er ook nog een sculpturale productie die uitsluitend bestemd was voor de verkoop aan Europeanen, zoals aan Robert Verly.

Realiteit en fictie in de etnografische fotografie van de jaren 1950

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée royal de l'Afrique centrale
Tervuren - Brabant Flamand
Het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika bezit een vrij volledige reeks foto’s van de Voorlichtingsdienst van Belgisch Congo en Ruanda-Urundi, beter gekend onder de naam Inforcongo. Deze dienst werd opgericht in het begin van de jaren 1950 door het Ministerie van Koloniën om te zorgen voor een positieve beeldvorming over de koloniale onderneming. Veel foto's hebben betrekking op de materiële verwezenlijkingen van de kolonisator, terwijl andere de ingrijpende economische en sociale transformaties van de Congolese samenleving in beeld brengen. De collectie bevat eveneens een opmerkelijke reeks foto’s van traditionele dansen. Kenmerkend voor deze foto’s is de spanning tussen realiteit en fictie, en hun ambigue aanspraak op ‘authenticiteit’. Twee bijzonder productieve en gelauwerde fotografen van Inforcongo waren Carlo Lamote en Henri Goldstein, die zich met veel ijver ook toelegden op etnografische fotografie. Geïnspireerd door het ideaal van de ‘ontdekkingsreiziger’ waren ze voortdurend op zoek naar interessante volkenkundige onderwerpen. Ze waren overtuigd van het feit dat de lokale tradities snel definitief zouden verdwijnen. Om die reden moesten deze snel op de fotografische plaat worden vastgelegd. De traditionele dansen en riten die ze wilden ‘ontdekken’ en documenteren, werden echter vaak door hun eigen toedoen georganiseerd. Ze werden hierbij geholpen door territoriale agenten of missionarissen en ze beschikten over een bijzonder budget om de voorbereidingen en opvoeringen ter plaatse te sponsoren. Met het oog op een ‘objectieve’ registratie werden alle elementen die het resultaat waren van Europese import of beïnvloeding verwijderd vooraleer er gefotografeerd werd. Dit werd nodig geacht opdat de beelden een ‘echte authenticiteit’ zouden hebben. Veel van de traditionele dansen werden hierdoor niet ‘ontdekt’ maar veeleer ‘(her)uitgevonden’. De foto’s werden niettemin gecatalogeerd als wetenschappelijke documentatie, en ze worden tot op vandaag nog vaak kritiekloos gebruikt als objectieve tijdsdocumenten.
Toegang voor mensen met beperkte mobiliteit

Brocanterie en Artisanale Makersmarkt - Leuven

Markten en Rommelmarkten Rommelmarkten
Martelarenplein
Leuven - Brabant Flamand
MARCHE ARTISANAL avec les créatifs, les artistes, les designers, les artisans, etc.
61 evenement(en) gevonden (51 tot 100)