Vijf spelers van compagnie barbarie.
Zes spelers van Theater Stap.
Dat maakt elf spelers op de scène.
Of euh…. Niet?
In Mise en Place is er iets vreemds aan de hand.
Boven is onder geworden.
En links en rechts zijn nu samen het midden.
Maar ook ‘ik’ blijk uit meerdere delen te bestaan.
In Mise en Place vallen compagnie barbarie en Theater Stap uitéén in duizend stukjes.
Ze verknippen zich tot één, twee, drie vier, vijf, tien dubbeldubbeldriedubbelgangers.
Want in het universum van Mise en Place stopt ‘ik’ niet bij de grenzen van het eigen lichaam.
‘Ik’ is daar met meer.
‘Ik’ komt daar zichzelf tegen. Ontelbare versies van zichzelf, zelfs.
‘Ik’ is dubbel.
‘Ik’ is misschien nooit alleen met mezelf geweest.
‘Ik’ was altijd al een ander.