Timeless noise
Merelbeke - Vlaams Gewest
De Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België bezitten de grootste verzameling werken van René Magritte ter wereld. Alle periodes uit de loopbaan van de kunstenaar zijn erin vertegenwoordigd, en ook alle expressievormen waarvan hij gebruik heeft gemaakt – olieverfschilderijen, tekeningen, gouaches, affiches, reclamewerk, brieven, foto’s, sculpturen, films en andere documenten. De collectie heeft een interessante geschiedenis. Zij is het resultaat van doordachte aankopen en milde schenkingen. Daarom wil ik van ganser harte eer betonen aan degenen die tot de vorming ervan hebben bijgedragen. Georgette Magritte en vervolgens Irène Scutenaire-Hamoir legateerden aan de Koninklijke Musea enkele van de meesterwerken waaraan het Magrittemuseum vandaag zijn uitstraling ontleent. Mijn dank gaat uit naar alle donateurs en donatrices: mevr. Germaine Hergé-Kieckens, de Provincie Brabant, Maurice Rapin en Mirabelle Dors. Ook de namen van baron en barones Gillion Crowet mogen hier niet onvermeld blijven: tegelijk met de schenking-inbetalinggeving van hun collectie symbolistische en art nouveau werken verklaarden zij zich akkoord met een langdurig depot van hun werken van Magritte. Mogen al onze weldoeners dit project als een blijvende getuigenis van onze erkentelijkheid beschouwen.
Deze unieke collectie verdiende een eigen bewaarplaats in de hoofdstad van Europa. Al in 1984 maakte Philippe Roberts-Jones, de toenmalige hoofdconservator van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, van de Magrittezaal één van de sterke punten van het Museum voor Moderne Kunst. Sindsdien bleef de Magritteverzameling aangroeien, zij begon zelfs andere verdiepingen van het museum te ‘overwoekeren’, en in 2005 kwam de toekomst ervan in een spectaculaire stroomversnelling terecht. Dankzij Charly Herscovici, voorzitter van de Stichting René Magritte, werden in Parijs de eerste contacten gelegd met de verantwoordelijken van de Frans-Belgische groep GDF Suez. Het idee om het toekomstige Magrittemuseum onder te brengen in het huis Altenloh aan het Koningsplein kreeg toen vorm. Dit beschermde gebouw was in 1984 gerestaureerd en werd sindsdien onder meer gebruikt voor tijdelijke tentoonstellingen en voor de presentatie van 19de-eeuwse kunst. Tussen Suez en Magritte bestond al een band: ter gelegenheid van de viering van 175 jaar België steunde Suez de schitterende tentoonstelling Magritte en de fotografie die door de Stichting René Magritte werd georganiseerd. En iets langer geleden werkte de groep ook mee aan de grote retrospectieve tentoonstelling ter herdenking van de 100ste verjaardag van de kunstenaar, een tentoonstelling die door de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België werd ingericht.
Een eerste ontwerp werd uitgewerkt en verfijnd met de noodzakelijke museale elementen voor ogen maar tegelijk ook vanuit een originele invalshoek: die van een competentiemecenaat, uniek voor België, een land dat noch over een adequate wetgeving betreffende het ondernemingsmecenaat beschikt, noch over een fiscale wetgeving die deskundigheidsinterventies ondersteunt. Na moeizame onderhandelingen werd een voorlopig contract opgesteld. De onzekere toestand van de Belgische politiek in 2007 zette een rem op het project, maar tijdens de behandeling van de ‘lopende zaken’ konden de museummedewerkers inmiddels wel de financiële vooruitzichten en commerciële strategieën onder de loep nemen. Dit onderzoek gebeurde in nauwe samenwerking met het adviesbureau McKinsey en leidde tot de positieve conclusie dat het project een stevige grondslag had.
Nu was het alleen nog wachten op de vorming van een nieuwe regering om met de uitvoering van de plannen te beginnen. De benoeming van minister Sabine Laruelle aan het hoofd van het Federaal Wetenschapsbeleid maakte de heropening van het dossier mogelijk. Op 29 februari 2008 werd voor de verzamelde pers het contract ondertekend tussen: de federale overheid in de persoon van vice-eerste minister Didier Reynders, verantwoordelijk voor de Regie der Gebouwen, en van minister Sabine Laruelle voor de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België; GDF Suez in de persoon van haar voorzitter directeur-generaal Gérard Mestrallet; en de Stichting René Magritte die vertegenwoordigd werd door haar voorzitter Charly Herscovici. Op 27 mei 2008 werd met de onthulling van het door GDF Suez gerealiseerde gevelzeil het startsein voor de werkzaamheden gegeven. Het half geopende gevelgordijn toonde een Rijk der lichten dat door middel van zonnepanelen avond na avond zijn licht over het Koningsplein verspreidde. Dit veelzeggende embleem van het toekomstige Magrittemuseum ging de wereld rond, trok de aandacht van de pers en ontlokte enthousiaste reacties aan talrijke internetgebruikers.
Ik heb het genoegen om namens de instelling waarvan ik de leiding waarneem, bijzondere dank te betuigen aan de ondertekenaars van het akkoord dat voor ons de aanvang van een buitengewoon avontuur betekende. In dit project heeft GDF Suez een heel belangrijke rol gespeeld door de interventie van teams van specialisten die, net als Fabricom GTI, AXIMA Contracting en INEO media system, in hun vakgebied tot de absolute top worden gerekend. De visie van deze grote internationale groep opende voor het museum perspectieven op nieuwe toepassingen inzake duurzame ontwikkeling en recente technologieën, groene energie en interactiviteit. GDF Suez en de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België vormden samen een ploeg die in een geest van constructieve samenwerking, hartelijkheid en enthousiasme, door eenzelfde ambitie werd gedreven: de vele soorten kwaliteitsvol vakmanschap en ervaring van GDF Suez inzetten om een ideale plek te creëren voor de ontdekking van het oeuvre van een kunstenaar die het gedachtegoed – en niet alleen de kunst – van de 20ste eeuw diepgaand heeft beïnvloed.
Al bezit onze instelling op wereldvlak het grootste ensemble werken van Magritte, toch wilden wij deze selectie nog verruimen. Met de vriendschappelijke hulp van Charly Herscovici, voorzitter van de Stichting René Magritte, werden talrijke Belgische en buitenlandse musea en particuliere verzamelaars bereid gevonden om ons project te steunen door kunstwerken in bewaring te geven of uit te wisselen. De bezoeker zal daardoor tal van juweeltjes kunnen ontdekken die nog steeds in privébezit zijn. Ik ben deze verzamelaars oneindig dankbaar, temeer omdat het museum vanaf 2011 een ruimte zal reserveren voor tijdelijke tentoonstellingen over verschillende facetten van het werk van Magritte – om te beginnen over zijn artistieke relaties met persoonlijkheden als Miró, Breton, Cornell en Dalí. In dat perspectief is de relatie met de grote musea en de verzamelaars van Magrittes werk van essentieel belang, waarbij onze bruikleengevers, naar ik hoop, de voornaamste ambassadeurs van het oeuvre van het Magrittemuseum zullen worden.
Onder de partnerships van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten draagt één in het bijzonder grote toekomstverwachtingen in zich: de samenwerking met The Menil Foundation in Houston, geleid door Josef Helfenstein. Dit belangrijke Amerikaanse instituut, in zijn door Renzo Piano ontworpen architecturale kader, lag aan de basis van het eerste grote wetenschappelijke werk over Magritte: de vijfdelige 'catalogue raisonné' onder leiding van wijlen David Sylvester. De tussen 1992 en 1997 verschenen boeken vormen een unieke bron van informatie en tevens een basisdocumentatie die door de Koninklijke Musea gaandeweg zal worden aangevuld en bijgewerkt, in alliantie met The Menil Foundation.
Voor de Koninklijke Musea was de associatie met GDF Suez en met de Stichting René Magritte uiterst belangrijk. Het resultaat van deze samenwerking - in het teken van professionaliteit en uitmuntendheid - zal niet alleen voor de stad en het gewest Brussel maar voor de hele Belgische federale staat een hefboom zijn tot culturele en economische ontwikkeling, een stimulans voor het intellectuele leven en een toeristische trekpleister. Op het Koningsplein, in hartje Brussel, in het centrum van Europa, op een historische plek met een levend verleden, kan René Magritte voortaan de waardering genieten die hij verdient vanwege een cultuur waarop hij een onuitwisbare stempel heeft gedrukt met zijn rijke maar ook kritische gedachtegoed en zijn poëtische maar ook subversieve verbeelding.