Graindelavoix werkt aan een gloednieuw programma dat in Ronse in première zal gaan met als (werk)titel:
"Vreemde kliffen, ruige bergen, hoge huiverende ruïnes”
Duistere Cipriano De Roren in de schaduw van Dante
Het citaat is van de Napolitaanse dichter Luigi Tansillo en komt uit een van de madrigalen van de beroemdste zoon van Ronse, Cipriano de Rore, die de Venetiaanse publicatie sieren waarmee hij in 1542 zijn muzikale blitzcarrière begon.
Wat Titiaan op dat moment deed met de schilderkunst deed De Rore met de muziek. Met dezelfde plasticiteit waarmee Titiaan het beeld zou heruitvinden, wist De Rore polyfonie zo te kneden dat ze de poëtische affecten van het Italiaans plastisch wist weer te geven.
De Rore liet zich portretteren als een getormenteerde artiest gepakt door goddelijke (divino!) furor.
Hoeveel daarvan autobiografisch is, blijft gissen, maar het is een feit dat wat daarna volgt een leven is van ongedurige verplaatsingen, gemiste en afgewezen kansen en een heen en weer reizen tussen Vlaanderen en Italië. De Rore wil een vrij kunstenaar zijn, maar lijdt onder het juk van wispelturige broodheren. Zijn carrière eindigt in frustratie als kapelmeester in Parma; hij sterft in 1565. Monteverdi beschouwde hem als de grondlegger van de moderne muziek en nog altijd wordt hij als een van belangrijkste componisten van het westerse klassieke repertoire beschouwd.
Cipriano de Rore profileert zich vanaf het begin met getormenteerde madrigalen, geïnspireerd door de afgrondelijke poëtica van Dante. Daarmee zet hij zich af tegen een zoetgevooisde, idyllische cultuur en toont hij de donkere onderkant van de renaissance. Het nieuwe programma van Graindelavoix, het tweede dat het ensemble helemaal wijdt aan Cipriano de Rore, volgt de componist in de dramaturgie van zijn duistere zelf-stilering en de danteske onderwereld in zijn composities en van zijn leerlingen en volgelingen.
De Rore’s meest danteske werk wordt in het programma ook geconfronteerd met andere madrigalen op tekst van Dante, uit de Italiaanse orale traditie en van de hand van Luzzaschi, Marenzio, Soriano, Renaldi e.a.
Graindelavoix - Björn Schmelzer (artistieke leiding)
Florencia Menconi: sopraan
André Perez: tenor
Raphaël Joanne: tenor
Marius Peterson: tenor
Arnout Malfliet: bas
Floris De Rycker: luiten
