Jason, de 18-jarige zoon van een Yenish vader en een Gadjo moeder, wacht op de terugkeer van zijn broer Fred die 15 jaar in de bak heeft gezeten. Nauwelijks terug bij zijn familie stelt Fred voor dat Jason en Mickaël, de jongere broer, op zoek gaan naar een lading koper. Donkerder dan zijn voorganger, onderscheidt “Mange tes morts” zich ook door het feit dat Fred, dankzij de montage, als een engel weer verschijnt. Realisme en mirakel haken in elkaar, en de tegenstelling tussen het slechte leven en het goede leven is niet langer relevant. In tegenstelling tot in “La BM” injecteert de filmmaker humor, met poep en seksuele anekdotes in de hoofdrol, in een rit van meer dan 300 km/u die bedreigd wordt door het boze oog. Tussen het poëtische en het vulgaire, het profane en het heilige, vat één krachtig beeld de alchemie van Hue goed samen: de weerspiegeling van een kathedraal in een plas water.