Misatango PALMERI Requiem MOZART
Etterbeek - Bruxelles
In het najaar van 2024 neemt James Ensor het museum over met één van de grootste Belgische Ensortentoonstellingen. Je duikt in Ensors wondere universum van woeste visioenen, maskers en satire en tonen het werk van de kunstenaar zij aan zij met werk van internationale kunstenaars die hem inspireren en met wie hij zich wil meten. Want bovenal wil Ensor altijd de beste zijn. Zelfs al heten zijn concurrenten Claude Monet, Edvard Munch. Of zelfs Jheronymus Bosch en Francisco Goya.
Ensor wil niet minder dan de leidende avant-gardekunstenaar in België zijn. Dat probeert hij door het Franse impressionisme te introduceren in zijn werk. Maar eigenlijk weet hij niet zoveel over hun techniek. Dus ontwikkelt hij in 1880-1885 een eigen versie, een die eerder geïnspireerd is door het realisme van Courbet en Raffaëlli. In deze periode schildert hij werken als Het burgersalon en De oestereetser. Na het zien van het werk van Franse impressionisten Degas, Monet, Renoir en Pissarro in 1886 beslist hij om een nieuwe richting in te slaan. Voor de expo is dat kantelpunt de start van Ensors gevarieerde oeuvre.
In 1887 begint Ensor aan zijn nieuwe artistieke avontuur en schildert hij Adam en Eva uit het paradijs verjaagd en tekent De bekoring van Sint- Antonius (Art Institute Chicago). De verf gaat ongemengd van tube naar doek en de kleuren krijgen een eigen expressieve kracht in 101 schakeringen. Zijn voorkeur voor grilligheid lieden tot een groteske en angstaanjagende beeldtaal. De kunstenaar goochelt met hilarische en helse voorstellingen die je normaal enkel in je stroutste dromen ziet. Was Ensor tot dan toe een kunstenaar die de regels van het spel voortdurend overtrad, nu wordt hij een kunstenaar die de regels van het spel zelf herschrijft. Een gamechanger. Ensor gaat wild.
Ensors pogingen om het dolkomische en het griezelige te verenigen leiden tot zijn meest opvallende bijdrage aan het ontstaan van het modernisme. Hij begint schilderijen te maken met irreële maskerwezens. In de loop van 19de eeuw zijn er wel meer kunstenaars die maskers schilderen zoals als Munch of Nolde. Zij doen dat decoratief element, of om de identiteit van een persoon mysterieus te verhullen. Bij Ensor onthullen de maskers voor de eerste keer de ware aard van de mens. Dat is zijn vondst.
Het werk van James Ensors is doordrenkt met laatnegentiende-eeuwse ‘incoherentie’, ‘fumisterie’ en ‘Zwanse’, vormen van spottende humor die in Brusselse en Parijse kringen erg populair was. De expo toont Ensor voluit van zijn meest satirische kant.