“Jazz is gewoon ontzettende kutmuziek. Het is typisch muziek met veel speeksel. Alles zit eronder. Vooral die toeters. Er is speeksel maar vooral ook snot. Die toeters zitten vol met snot,” dixit Erik Harteveld, Nederlands dichter & schrijver.
Kurt Overbergh speelde de afgelopen twee jaar meer dan 30 keer zijn fel gesmaakte en doorleefde monoloog ‘I Just Don’t Understand Nick Cave’. Die bracht hem tot op diverse podia: van rock ’n roll-huis 4AD in Diksmuide over het gereputeerde CC Strombeek tot een tweemaal uitverkochte Arenberg in zijn heimat Antwerpen. Hij schudde op die manier het onvermijdelijke imposter syndroom van zijn schouders, zette zijn podiumangst bij het grofvuil én koesterde de energieboost die hij telkens op het podium kreeg.
Enter: ‘I Just Don’t Understand Jazz’. Zowaar een humorvolle monoloog over jazz met een diep respect voor het genre. Een snelcursus jazz die er vooral geen is. Het verhaal primeert. Zoals zijn vorige monoloog bulkt ook deze van persoonlijke verhalen en anekdotes, beelden (véél beelden) en muziek (véél muziek) die als een mixtape in elkaar vloeien.
‘I Just Don’t Understand Jazz’ gaat over het magische jazzjaar 1959 als kapstok waarin Miles Davis, John Coltrane, Ornette Coleman en Dave Brubeck als bij toeval iconische albums uitbrachten. Maar ook over de zoektocht naar zijn heldin Billie Holiday in New York waarbij Overbergh – letterlijk – in de koffer dook met Lady Day. Alsook over de heksenjacht die nazi’s tijdens WOII voerden op jazz want “Anything that starts with Duke Ellington, ends with an assassination attempt on The Führer". En over het prachtige tijdloze artwork dat vele jazzalbums sierde.
Maar ‘I Just Don’t Understand Jazz’ gaat ook over drummer Fart Blakey en pianist Cunt Basie. Over Theydon Bois of Stamford Brook sterren in Jazz Club uit de fenomenale Fast Show. Nice! En wat te denken van de prank die Bent Van Looy ooit uitvoerde met Albtraum 2000 op een Gents jazzfestival? Of ook over de Brooklynse rapper Nine die de impressionante wangen van Dizzy Gillespie gebruikt als metafoor in zijn rhymes: “Open Sesame, don't test me. I'll shove my balls in your mouth, you look like Dizzy Gillespie".
Het moge duidelijk zijn: de ondertoon van ‘I Just Don’t Understand Jazz’ is humoristisch en bevat een grote dosis zelfrelativering zodat zelfs de grootste jazzhaters overstag zullen gaan. Op hun beurt zullen jazzliefhebbers gecharmeerd zijn door de diepe liefde waarmee Overbergh over jazz vertelt en verrast zijn door de eindeloos frisse invalshoeken.
Credits
Tekst & spel: Kurt Overbergh