hiphop en breakdance ontmoeten elkaar
New York, begin jaren zeventig. De South Bronx staat in brand, letterlijk en figuurlijk. De middenklasse heeft zich uit de voeten gemaakt. De economie stort in. Gebouwen staan leeg, worden gesloopt of in brand gestoken. Bendes maken de straten onveilig. Zestig procent van de jongeren is werkloos. Ze hebben geen geld om naar een club te gaan, dus palmen ze de straten in met hun soundsystems en stukken karton. Ze leggen een vloer en dansen op de break. Ze schrijven hun namen op de muren, ze uiten hun ongenoegen op muziek. Hun verzet tegen het establishment groeit uit tot een cultuur: hiphop.
In HAVOC neemt Haider Al Timimi de kracht van die revolutie en haar stoorzenders onder de loep. Met een topcast van b-boys en b-girls onderzoekt Al Timimi via dans en muziek wat de veranderende kracht van chaos kan zijn.