Valentina werd geboren in Roemenië en bracht haar eerste noten ter ore op 7-jarige leeftijd toen ze viool en Roemeense volksliedjes begon te studeren. Op 10-jarige leeftijd kwam ze aan in Parijs, waar ze het culturele en muzikale leven echt begon te ervaren. Haar eerste stappen zette ze in de kathedraal Jean de Beauvais in Parijs, waar ze het jongste lid werd van het Parijse Metropolitaanse Koor en tevens soliste van het koor. Op 13-jarige leeftijd nam ze de bundel kerstliederen "Sus, la naltul Cerului" op. Nog steeds in Parijs zette ze haar vioolstudies voort aan het Conservatorium Claude Debussy met Mirana Tutuianu als lerares... en ook aan dit conservatorium volgde ze balletlessen tot ze 18 jaar oud was. Op 14-jarige leeftijd ging ze naar het Conservatoire Supérieur "Métrise" in Parijs en met de aanbeveling en aanmoediging van de beroemde zangeres Madame Viorica Cortez, nam Valentina al op jonge leeftijd deel aan verschillende klassieke muziekcompetities en won meer dan eens een prijs.
In 2020 zal ze, begeleid door het 'Harmony' mannenkoor uit Constanta, het album 'Chœur du cœur' opnemen. Valentina studeert momenteel aan het Conservatoire Supérieur de Lausanne (Zwitserland), waar haar leraar de gevierde zangeres Leontina Vaduva is.
Mikhaïl Jourjou, een solist van wereldklasse op de naï (Roemeense neef van de panfluit) uit de Republiek Moldavië. Hij begon accordeon te spelen toen hij acht jaar oud was. Nauw contact met professionele muzikanten leidde hem echter al snel naar het magische instrument van de naï. Nadat hij zijn studie aan het conservatorium van Kishinev met succes had afgerond, wijdde hij zich uitsluitend aan dit instrument. Hij schreef arrangementen, componeerde voor naï en begeleidend orkest en ondernam talloze tournees in binnen- en buitenland.
De naï is een diatonische panfluit die in zijn huidige vorm al sinds de zeventiende eeuw in Roemenië wordt bespeeld. Terwijl de naï oorspronkelijk slechts een beperkt aantal platliggende pijpen had, zoals alle panfluiten, geeft de traditionele Moldavische fluitbouw de voorkeur aan een fluit met 22 pijpen van riet, bamboe of geboord hout, die in een enkele rij op een gebogen steun aan elkaar zijn gelijmd, wat een grote uitvoeringssnelheid mogelijk maakt. Het hele instrument vormt een mooie curve, met een progressie door de toenemende hoogte van de pijpen.
