Modesties zijn de vierkantjes uit fijn borduurwerk die ooit de korsetten van elegante dames sierden - maas van lijnen en transparantie van tulle, in zijde, katoen en linnen, de extreme verfijning van de geknoopte draden, de banen die over de huid lopen, het discrete en het opvallende die, nauwelijks hoorbaar, de terugtrekkende glorie en de poëzie van het leven suggereren.
Zonder aanstellerij noch kunstgrepen brengt André Wostijn (1966-2022) onze omzwervingen in kaart. Hoewel zijn gebaar kalm is en de compositie eenvoudig, is het werk rusteloos en vrolijk, ongeduldig en ondeugend. André Wostijn graveert zijn plaat zoals men zijn route uitstippelt. De groeven, licht of zwaar, zijn het spoor van onze onzekerheden, van onze aarzelingen of onze vorderingen rechtdoorzee, van al onze zijwaartse stappen, onze reizen - ver weg en dichtbij - en van onze terugkeer.