Over
Niemand zegt het beter dan Van Veen zelf:Feestelijk“Hoelang staat u op het toneel?” vroeg iemand van een schoolkrant mij laatst.“Ik denk zo’n zestig jaar” was mijn antwoord.Heb het daarna opgezocht. Klopte.In 1964 kon je ons al huren voor feesten, partijen, kerk, rouwdiensten en optochten onder het motto: U vraagt, wij spelen.In datzelfde jaar maakten de pianist Laurens van Rooijen en ik ook onze eerste voorstelling. “Als er iets te vieren is, vier het” zei mijn vader.Dat gaan we dus doen. Tijdens onze aanstaande ‘verjaardags’voorstellingen zullen we spelen, vertellen en zingen over ons leven, verlangens, gevoelens, herinneringen, flaters,kijken, lachen, traantjes pinken over wat gebeurt en dansen wat we nog dansen kunnen.Spelen mee: Kees Dijkstra, Jannemien Cnossen, Lieke Meijers, Ophelia Vander Beken en Edith LeerkesVrolijke groet,Herman van Veen. Herman van Veen (1945) groeide op in Utrecht waar hij ook het conservatorium bezocht. In 1965 maakte hij zijn theaterdebuut met het soloprogramma ‘Harlekijn’, (Niemands knecht, niemands baas). Sindsdien reist hij met zijn voorstellingen de wereld rond. Van zijn hand verschenen zo’n honderdtachtig cd’s, een tachtigtal boeken, twee dozijn toneelstukken en een boel schilderijen. Voor zowel zijn artistiek als humanitair werk kreeg hij dikwijls bloemen. Zo is hij onder andere drager van het Verdienstkreuz am Band des Verdienstordens der Bundesrepublik Deutschland, Ridder in de Orde van Oranje Nassau en die van de Nederlandse Leeuw en heeft hij een Eredoctoraat aan de Vrije Universiteit Brussel. Van de Club van Budapest ontving hij de Planetary Consciousness Award. In Frankrijk Le Grand Prix de l’Académie Charles Cros de Littérature Musicale. In 2021 ontving hij in Duitsland de Joachim Ringelnatz Literatur Preis. Van theater Carré in Amsterdam kreeg hij in januari 2023 - ter gelegenheid van zijn 600ste voorstelling aldaar - de sleutel, 600 ballonnen en een nieuwe badjas. Herman is vader van vier kinderen, grootvader van drie kleinkinderen en stiefvader van weeseend Alfred Jodocus Kwak en Anne de Poes.