In zijn laatste levensjaren werkte Johann Sebastian Bach aan Die Kunst der Fuge. Met dit vakwerk liet hij een muzikaal testament na. De kunst van de fuga bestaat uit veertien fuga’s en vier canons, gerangschikt van zeer eenvoudig naar uitermate complex. Het is geniaal hoe Bach werkelijk speelt met een eenvoudig basisthema van slechts vijf maten en hoe hij dat telkens van kleur laat veranderen.
Het is niet zeker voor welk instrument Bach zijn Kunst der Fuge schreef. De een is ervan overtuigd dat hij het werk voor klavecimbel schreef, de ander zweert bij een ensemble. Vanavond horen we in primeur een versie voor vier gamba’s. De Oostenrijkse gambiste Romina Lischka en haar Hathor Consort voeren Die Kunst der Fuge uit op een gambaconsort met sopraan-, alt-, tenor- en basinstrumenten.
In 2021 haalde de Oostenrijkse gambiste Romina Lischka de Ultima voor muziek binnen. Ze speelt in de eerste plaats de viola da gamba en is daarnaast dhrupad-zangeres en frontvrouw van haar ensemble Hathor Consort.
Lischka’s repertoire toont niet alleen renaissance- en barokmuziek, maar ook improvisatie en hedendaagse muziek. Ze werkt graag samen met kwaliteitsvolle artiesten uit andere culturen en dat toont ze ook met haar ensemble Hathor Consort.
De jury beschrijft haar daarom als "een kunstenaar die voortdurend zoekt naar verbinding met andere culturen, stijlen en disciplines". De cultuurprijs is een bevestiging voor het vele prachtige werk dat de talentvolle muzikante en frontvrouw heeft gerealiseerd en voor haar interessante samenwerkingen met musici en kunstenaars in binnen- en buitenland.
Johann Sebastian Bach, Die Kunst der Fuge, BWV 1080